Op ‘zen’-beach zag ik hem lopen

Op ‘zen’-beach ontstond het idee, want daar zag ik hem lopen. Gekleed in een yoga harembroek, borsthaar dansend in de wind en zijn rechterarm geheel bedekt door een sleeve tattoo. Ik kon alleen maar denken: ‘Dat wil ik ook! Zulk mooi, lang blond haar.’ Dus ik naar de kapper.

Ik stapte de lege kapperszaak binnen en maakte ‘Whaah’ (vernoemd naar de uitroep die we beiden maakten aan het einde van de knipbeurt) wakker. Ik liet hem de foto zien van de man op ‘zen’-beach. Hij keek naar de foto, naar mijn hoofd, weer naar de foto en toen diep in mijn ogen. Ik had daaruit meer moeten opmaken dan ik deed.

Whaah zou Whaah niet zijn als hij geen kapper was. Hij herstelde zich en nam het heft van de schaar in zijn handen. Whaah kwam goed uit de startblokken en werkte aanvankelijk binnen de algemeen gangbare kaders die je van een kapper mag verwachten. Hij had een schaar en een kam, maar het was zijn vaardigheid met een tondeuse die een blijvende in- en afdruk bij me maakte en me in mijn (haar)vezels raakte.

Hoewel Whaah bijzonder veel oog voor detail had, leek het grotere plaatje hem te ontgaan. Naarmate de dag vorderde en middag overging in avond, groeide mijn onrust. Het kapsel waar hij mee bezig was leek in geen enkel opzicht op dat van de foto die ik hem had laten zien. Whaah leek daar het probleem niet van in te zien. Zijn prioriteit lag, zoals bij veel kappers, bij het verwijderen van haar. Ik verloor haar op mijn oren, verloor wimpers, en reageerde terughoudend toen hij op zijn knieën voor me zat en mijn schaamstreek onderdeel van mijn kapsel wilde maken. Ik liet hem nogmaals de foto zien. Op de grond lag de erfenis van wat eens de mogelijkheid had geboden tot mijn nieuwe ‘zen’-coup. Teleurgesteld merkte ik op dat het haar op de grond beter in model zat dan het haar op mijn hoofd.

Onder het onafgebroken, hypnotiserende geluid van de tondeuse keek ik in de spiegel. Ik zag mijn nieuwe kapsel en daaronder een gebroken man. Mijn kapsel deed me onwillekeurig denken aan een dood, aangevreten konijn, met her en der wat plukken haar. Het was een schril contrast met de aalgladde schedelrand rond mijn oren. Het was genoeg geweest. De lol was er wel vanaf nu.

Ik liet Whaah in een verwarde staat achter. ‘Het is goed zo’, was het enige dat hij zei. Ik weet alleen niet of hij het over mijn nieuwe coup had of over de twee euro die hij weigerde aan te nemen. Ik keek nog één keer om naar de man die tot zijn knieën in mijn hoofd-, borst- en schaamhaar stond. Aan de overkant van de straat zag ik een voorbijganger kokhalzen terwijl ik voorbijreed.

Het leven hier

Dit eiland is een oase van rust. Dat zijn niet alleen mijn woorden, maar ook die van tal van andere backpackers die ik dwing dat te zeggen. Het staat zo ver af van de bruisende, innovatieve, metropolitische werkelijkheid van Eindhoven. Minimaal 9.521 kilometer. Het leven is hier gewoon simpel en rustig. Het is moeilijk hier opgefokt of gehaast te blijven. Ik probeer het wel. Echt. Maar als ik dan de berichten op nu.nl lees of inlog op facebook, dan merk ik gewoon dat ik hopeloos achter loop met mezelf druk maken.

Neem die schietpartij in Parkland (Amerika) van vorige week. Ik dacht meteen: ‘Waarom toch altijd alleen daar?’ Ik heb hier bij een tempelfestival Thaise mensen zo vals horen zingen, dat ik dacht: ‘Waar blijft die schutter?’ Het had me in ieder geval niet verbaasd als er bij iemand iets was geknapt.

Daarna werd het podium bestormd door jonge meisjes die gingen dansen. Ik wist niet wat de bedoeling was, maar het leek op een openbare veiling, dus ik heb drie prachtexemplaren gekocht voor later. Een dikke Duitser naast me zei dat ze de eerste 15 jaar gekoppeld zijn aan de koers van de Bitcoin en als het goed is meer waard worden, daarna moet je snel verkopen.

 

Als je een paar maanden op één plek bent, gaat het  leven vanzelf meer op thuis lijken. In Nederland worden we in beslag genomen door zaken als werk, afspraken en slecht weer. Hier heb je dat ook, behalve dan het gedeelte over werk, afspraken en slecht weer. De meeste jonge mensen die hier langere tijd zitten, werken of volgen (duik- of yoga)cursussen. Het eiland heeft inmiddels bijna net zoveel duikinstructeurs als veganisten, dus elke avond als ik ergens in zee sta te plassen, hoor ik wel iemand roepen: ‘Hé, daar moet ik morgen in zwemmen!’

Je ziet het hier allemaal voorbijkomen: backpackers, jonge mensen die op zoek zijn naar god-weet-wat en zich onderdompelen in de spirituele wereld, twintigers die als duikinstructeur de wereld rond reizen en met instrueren hun geld verdienen. Dertigers die als digital nomad vanuit het buitenland werken, gezinnen met jonge kinderen die hier overwinteren, en mensen die hier al jaren (of een groot deel van het jaar) wonen. Laatstgenoemden verhuren veelal hun huis in Europa en kunnen van de maandelijkse huuropbrengst hier leven als een god in Frankrijk. Genoeg 45-plussers die geen miljonair zijn, maar zo toch nooit meer hoeven te werken. Zolang ze hier blijven. Als je uit Nederland vertrekt, denk je dat je iets bijzonders doet door een paar maanden op een eiland in Azië te gaan zitten. Als je hier vervolgens komt, blijkt dat opeens de normaalste zaak van de wereld te zijn.

Terug de kou in

Met gemengde gevoelens verlaat ik dit eiland volgende week. Ik heb niet bereikt waarvoor ik hier kwam, maar aan de andere kant wel veel meer heb gekregen dan ik dacht te vinden. Om meer te bereiken moet ik echter weer verder nu. Want het leven verstilt op dit eiland. Ik verstil op dit eiland. En daar is het nu nog te vroeg voor. De eerste weken was ik druk bezig met mijn persoonlijke groei en het verwerken van nieuwe indrukken. Mijn nieuwe omgeving zorgde voor voldoende uitdaging en lessen. Maar naarmate de tijd vordert, merk ik dat het leven te makkelijk wordt. En dat kan niet de bedoeling zijn van leven. Leven vraagt om groei en die komt niet vanzelf. Een niet onbelangrijk aspect daarbij; ik ben een passief persoon. En daarin ligt een zekere lotsbestemming die moeilijk te overkomen is zonder de hulp of inspiratie van buitenaf. Zo vragen mensen me wel eens: ‘Stan, hoe overkom jij, als passief persoon, je passiviteit?’ Nou, niet dus, want daar ben ik te passief voor.

Kortom, tijd om mijn ass weer moving te krijgen. Niet omdat het paradijs begint te stinken, maar omdat ik met mijn westerse hoofd altijd méér wil en ik daarvoor ‘naar buiten’ moet. Van het eiland af. Het is te comfortabel geworden hier. Hoe lekker dat soms ook voelt, het brengt me niet dichter bij mijn doelen. Sterker nog, een groeiende reden om hier te blijven is omdat ik opzie tegen alles wat er buiten het eiland op me ligt te wachten. Alsof je in hartje winter niet de deur uit wilt gaan. Niet omdat binnen nog iets te doen is voor je, maar omdat je simpelweg geen zin hebt in de kou. Eerst bleef ik hier omdat ik nergens liever wilde zijn. Nu blijf ik hier omdat ik geen zin heb om de kou in te gaan.

Een komen en gaan van mensen

Nieuwe mensen ontmoeten is (vaak) leuk en inspirerend, en god wat zijn er veel mooie mensen met bijzondere verhalen. Genoeg nieuwe mensen om te ontmoeten hier (elke dag bootladingen vol), maar betekenisvolle vriendschappen opbouwen is een ander verhaal. Dat kost tijd. Tijd die je hier niet hebt. Dus als je een bijzondere klik hebt, dan is er altijd dat besef dat het maar voor even is. Maar goed, dat is onze tijd op aarde ook, dus laten we daar niet al te dramatisch over doen.

Elke keer afscheid nemen laat me wel voelen hoe waardevol een thuis is. Ik zeg het ze misschien niet vaak genoeg, maar ik ben gezegend met mijn familie en vrienden. Er is niets zo heerlijk als thuiskomen bij de mensen bij wie ik mezelf ben, hoe hard ze dat ook proberen te voorkomen.

De meeste mensen met wie ik het goed kon vinden, zijn vertrokken. Behalve Tirza, die is niet van dit eiland af te slaan. Ze is zonder twijfel de grootste kattenliefhebber die ik ken. Hoe vaak kom je iemand tegen die een woning inclusief kat huurt, kattenvoer op een keukenkastje heeft staan, maar weigert haar all-inclusive kat eten te geven. Zulke mensen mag ik graag. Tirza is actrice en kan denk ik goed doen alsof ze katten mag. Ze speelt die rol in ieder geval met verve.

Ik maak graag foto’s van mijn zwembad.

Bootje varen

Volgende week springen we in Phuket aan boord van een catamaran voor een nieuw zeilavontuur. Ik weet nog niet voor hoe lang, dat zien we dan wel weer. Ik kijk uit naar de ontmoeting met de schipper die 6 jaar rond de wereld reed op een motor (70 landen bezocht en 250.000 km reed) en nu 5 jaar lang rond de wereld zeilt.

Ik weet nog niet precies wanneer ik thuis kom, maar het zal nog wel in Maart zijn en dan zit er weer een geweldig avontuur op. Volgend jaar weer zeg ik. Dit is dus mijn laatste bericht voordat ik weer thuis kom, maar niet voordat ik nog enkele lezersvragen van afgelopen maand heb beantwoord.

Je bent een groot voorstander van veganisme. Ik overweeg ook veganist te worden in een volgend leven. Hoeveel kilo vlees en vis moet ik dan minimaal per week eten?  (Ingezonden door: Robin A.)

Beste Robin, minimaal 0. Maar dat is slechts een richtlijn natuurlijk. Net als bij normale mensen, heb je veganisten in alle soorten en maten. Het is vooral een kwestie van andere dingen eten. Zelf eet ik bijvoorbeeld geen hamburgers meer, maar met een vegetarische burger met extra bacon lijkt me niets mis.

Ik dans heel graag, maar heb niet zo’n goed ritme- en richtingsgevoel. Is Ecstatic Dance dan iets voor mij?
(Ingezonden door: Inge S – van G)

Beste Inge, jazeker! Bij ecstatic dance kun je alles doen wat je niet laten kunt, zelfs uit de maat dansen. Gewoon ogen dicht en laat je leiden door je lichaam. In jouw geval waarschijnlijk dus recht naar huis, maar ook dat is OK.

Ik lees tussen de regels door veel onuitgesproken verlangens en vurige wensen. Bij elk bericht van je denk ik: ‘Die gast denkt maar aan één ding: mij.’ Klopt dat? (Ingezonden door: Jeroen K.)

Beste Jeroen, nee.

Wees goed voor elkaar en tot snel!

StAn

Leave a Reply